Iedereen heeft behoefte aan beschutting en veiligheid, zeker in onzekere tijden. Wie als kind geen geborgenheid van zijn ouders heeft ontvangen, is vaak voor de rest van zijn leven getekend. Zo belangrijk zijn mensen die een schuilplaats voor de ander willen en kunnen zijn. Zo belangrijk zijn wij voor elkaar.+

God is een bron van veiligheid en bescherming. Het beeld van de herder die zorg draagt voor zijn schapen wordt gebruikt voor de Heer, de God van Israël. Het Oude Testament staat vol met herders Mensen zouden in zijn voetsporen goed bezig moeten zijn, pastoraal. Helaas er zijn niet alleen goede, maar ook slechte herders, die niet echt oog voor hun pastoranten hebben.

Jezus stapt regelrecht en zonder gêne in de schoenen van God met de uitspraak ‘Ik ben de goede herder’. Hij gaat zover in het geven van geborgenheid aan zijn mensen, dat hij zijn leven voor hen inzet en verliest. Wat betekent dat alles voor het pastoraat in onze gemeente?

Lezen: Johannes 10 : 11 – 16

‘Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen.’

Johannes 10 : 11

Geborgenheid
Juist in onzekere tijden verlangen wij nog sterker dan normaal naar veiligheid en beschutting. Een voorbeeld? De uitslag van het medisch onderzoek werd door de specialist bekend gemaakt. Het viel enorm tegen. De zieke die terug uit het ziekenhuis, ontgoocheld, zit te bekomen van de schrik zegt: ‘Laat mij maar even thuis blijven.’ Het veilige thuis. En hij voegt eraan toe: ‘We hebben elkaar gelukkig.’ En niet in laatste plaats God, een vesting, zegt psalm 18, bij hem kunnen we schuilen. Ieder mens of hij nu ziek is of niet kent het verlangen naar geborgenheid van een vertrouwde plek, bescherming van die ander, nabijheid van Iets, Iemand die groter is dan zijn zorgen. Opgenomen zijn in de beslotenheid van een fijne vriendenkring stelt gerust. Wat denkt u hiervan: na een hectische week thuis bij elkaar op de bank kruipen en kijken bij gedempt licht naar een mooie film.

Geborgen bij elkaar, intimiteit, biedt het heilzame gevoel van bescherming tegen wat schade kan berokkenen. Daarom spreekt het beeld van de Herder uit de Bijbel ons elke keer weer aan. Psalm 23, over de Heer die mijn Herder is, wordt door nabestaanden heel vaak als Bijbellezing in de afscheidsdienst gekozen. ‘Zelfs al ga ik door een donker dal, ik vrees geen gevaar want U bent bij mij,’ staat er in het hart van dit lied over geborgen zijn bij God. Deze vrede kan je diep raken en doen terugverlangen naar de tijd, dat je die veilige beschutting dagelijks om je heen ervoer. Dat was als het goed is in de tijd van je vroegste jeugd.

Eigenlijk kun je de inhoud van het hele Oude Testament met alle wel en wee van mensen zoals wij erin, samenvatten als een boek over het diepe en een nooit aflatend verlangen naar iemand die ons een schuilplaats verschaft, een schaapskooi zo u wilt. In twee woorden: Herder gezocht! Dan komt het Nieuwe Testament, met name het evangelie van Johannes, dat getuigt: Hier is je Herder! Hier is Jezus, de Messias, de Zoon van God, Hij is de goede Herder, die zover gaat, dat Hij zijn leven inzet voor de schapen.

Kritiek
Onze kinderjaren zullen voor de meesten van ons een mooie tijd zijn geweest. We zijn gezegende mensen als we in een veilig nest met liefhebbende, zorgende en beschermende ouders groot zijn gekomen. Je teert je hele verder leven op dat warme nestgevoel. Helaas, er zijn ook kinderen, te veel kinderen, die nauwelijks of geen weet hebben van warmte en goedheid. Deze jongeren moeten zich toevertrouwen aan volwassenen, die nauwelijks of geen zorg en bescherming bieden. Ja, er kan sprake geweest zijn van lichamelijke en geestelijke mishandeling. Ze zijn overgeleverd aan de genade van volwassenen. Die onveiligheid tekent je de rest van je leven. Wat kun je bij gemis of erger verlangen naar een goede herder, naar iemand die voor de volle honderd procent te vertrouwen is en er door dik en dun voor je wil zijn. Ze zijn er. Laten wij dat zijn!

Ja, er zijn inderdaad goede en slechte herders in de wereld. De profeet Ezechiël klaagt de leiders van zijn tijd vanwege corruptie aan. Het zijn surrogaat-herders, die alleen maar uit zijn op eigen gewin, geen zorg dragen voor hun mensen en geen vinger uitsteken om hen te beschermen. De toeslagaffaire. In het evangelie van Johannes gooien Farizeeën en Schriftgeleerden een man van wie de ogen voor Jezus als de Messias zijn geopend uit de veilige gemeenschap. Hoofdstuk 9. Rabbi’s die dat doen, het zijn huurlingen, oefent Jezus in hoofdstuk 10 van het evangelie van Johannes felle kritiek uit op pastores van zijn tijd. Het zijn herders zonder erbarmen. In Afrika is de huurling-herder nog steeds de man, die lekker in de schaduw onder een boom gaat liggen en lui een steentje gooit als een schaap dreigt af te dwalen van de kudde. Bij gevaar maakt hij zich snel uit de voeten. De beesten gaan hem niet echt ter harte. Ze zijn van een ander. Het is hem om het geld te doen.

Op vakantie op de Veluwe, toen onze kinderen nog klein waren, kregen we een rondleiding van een herder, die met zijn grazende schapen de begroeiing van het heide in toom hield. Na zijn verhaal over de natuur had hij nog een ander repertoire: een kritisch verhaal over de kerkcultuur die hij kende. Omringd door toeristen nam hij geen blad voor de mond. De man met een geknoopte, rode zakdoek op zijn hoofd, met herdersstaf en hond leverde in het openbaar profetische kritiek op van dat soort predikanten, zoals hij zei, die in grote pastorieën wonen in een dikke Mercedes rondrijden, maar die hij gruwelijk te kort vond schieten in hun pastoraat onder de gemeenteleden. ‘Het zijn broodprofeten,’ smaalde hij. Ze doen hun werk voor de centen. Voor de status. Aanzien. Invloed. Macht. – Ik was toen nog geen dominee, dus ik hoefde mij niets van zijn kritiek aan te trekken. Het Bijbelgedeelte over Jezus als de goede Herder, als de goede pastor, daagt ons nu allemaal uit ons eigen pastoraat onder de loep te nemen. Een paar vragen: ‘Wat zijn we voor elkaar?’ Herder of huurling? Hebben we hart voor de mensen die aan ons zijn toevertrouwd? Staan we voor hen in als ze worden bedreigd door gevaar? Bieden we veiligheid en beschutting aan onze mensen? Hebben we de tijd voor elkaar?

Goed
We hebben het nu helemaal gehad met die huurlingen. We zijn toe aan de goede herder: dat is de Heer, de God van Israël. Hij wordt in de Bijbel vaak met het beeld van een herder aangeduid. Het beeld van de herder en zijn schapen voor God en zijn volk was een geliefde metafoor in een land, waar herders met hun kudde een vertrouwd beeld in het landschap waren. Met God als herder zaten de schapen goed.

Met de claim ‘Ik ben de goede herder’ stapt Jezus regelrecht en zonder gêne in de schoenen van God. Ik ben het! Het goede van de goede herder is dan niet dat hij goedaardig en zacht is. ‘Wat een goeie vent is dat.’ Goed, kalos in het Grieks, betekent onvervalst, volmaakt, ideaal. En dat in tegenstelling tot onbetrouwbare en valse geestelijke leiders van zijn tijd.

Het meest kenmerkende van een goede herder is, dat hij zijn leven inzet voor zijn mensen, vertelt de evangelist. Hij heeft alles voor zijn pastoranten over. Hij is emotioneel zo sterk met hen verbonden dat Hij hun leven hoger acht,

dan zijn eigen leven. Ja, dat zijn de echte. Jezus is de echte. Bewust zette Jezus zijn leven op het spel voor zijn volgelingen. Hij werd gekruisigd. De schilder Domenica Feti schilderde het lijden van Christus. Het doek heet Ecco homo, Zie de mens. De schilder legt Christus de woorden in de mond: ‘Dit deed ik voor u.’
Ze zijn uitdrukking van een bewuste keuze. Jezus kiest uit liefde om voor zijn mensen tot het einde te gaan. Die keuze is wat het evangelie van Johannes door wil geven. In de gedachtewereld van de schilder Feti vraagt Jezus daarna aan de mensen die hem zien lijden: ‘Wat doet u voor mij?’ De opofferende liefde van Jezus vraagt om een vervolg. Hoeveel hebben wij voor elkaar, voor onze naaste over?

Opvoeding
Met ieder mens verlangt naar veiligheid en beschutting begon de preek. We zijn gelukkige mensen wanneer in onze kinderjaren de basis voor dat gevoel van veiligheid en beschutting is gelegd. Ik weet nog hoe we op vakantie, de kinderen waren nog klein, op prikkende strobalen in een donkere schaapskooi op de Veluwe naar dia’s zaten te kijken. De toeristische attractie was door een moderne schaapherder in het leven geroepen. Hij was christen.

Terwijl wij met andere belangstellenden naar de mooie plaatjes van lieve lammetjes zaten te kijken, vertelde hij het Bijbelverhaal van de goede herder. Juist het kleinste, zwakke, verdwaalde schaapje laat de Goede Herder, dat is Jezus, niet aan z’n lot over. Op zijn schouder draagt hij het terug naar huis. De schaapherder streefde een missionair doel na, denk ik. Hij wilde graag, dat er voor de aanwezigen die weinig tot niets met God hadden zoveel overtuigingskracht van het Bijbelverhaal zou uitgaan, dat zij de klink van de kerkdeur zouden weten te vinden. De schaapskooi zo u wilt. Hij had de stem van Jezus gehoord: ‘Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet ik leiden.’ Het zou mooi zijn als ook zij tot de kudde van de Goede Herder zouden gaan behoren.

De kinderen genoten en ervoeren in de halfdonkere schaapskooi geborgenheid door de boodschap van het Bijbelverhaal. Je geeft je kinderen in de christelijke opvoeding iets wezenlijks mee. Je hoopt dat ze die geborgenheid vast weten te houden als ze volwassen zijn, op een volwassen manier. Er wordt een basis gelegd. Over vasthouden gesproken……

Onafscheidelijk
Wie de catacomben van Callixtus in Rome bezoekt, komt tot de ontdekking dat Jezus als de Goede Herder de meest voorkomende afbeelding is in deze onderaardse begraafplaatsen van christenen uit de tweede eeuw en de eeuwen daarna. Hij verschijnt als zolderschildering tussen een rijke versiering met bloemen. De Goede Herder is op grafstenen gegrift, als een reliëf op sarcofagen aangebracht. Een van de oudste christelijke beelden die men kent, in Griekse stijl is Christus met een lammetje. Het beest rust op zijn schouder en Hij houdt het stevig vast. Het lam stelt een christen voor. Hij wordt thuis gebracht.

Juist door die afbeeldingen hangt er in de catacomben, de begraafplaats van christenen, een sfeer van rust en vrede veiligheid en beschutting. Paulus bracht deze geborgenheid prachtig onder woorden: ‘Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking wellicht ……of nood, of vervolging, of honger.’ Noem het allemaal maar op. Nee, niets! Werkelijk niets! Leven noch dood kunnen ons scheiden van de liefde van God, die Jezus Christus aan het licht bracht.

 

 

 

Geef een reactie