De kleinzoon, jaar of twintig, wil zijn oma in het licht van de opstanding zetten. ‘Mag ik een stukje over Pasen aanleveren voor de afscheidsdienst?’ ‘Natuurlijk.’ Lang niet iedereen krijgt zinnen over dit feest op papier. Altijd weer een hele kunst. Wie krijgt er greep op de opstanding?

Hij sloeg met zijn tekst de spijker op de kop. Hij stond in de afscheidsdienst bij de paaskaars. Hij las voor waarin hij geloofde of probeerde te geloven:

‘De brandende paaskaars is een symbool dat protestanten en katholieken met elkaar delen. Het is het symbool voor Pasen, het feest van het leven dat door de dood heen gaat. Met de opstanding van zijn Zoon gaf God ons mensen het grootste teken van zijn lichtende aanwezigheid in ons midden. Maar ook wij mensen kunnen een licht zijn voor elkaar.’

Pasen is het belangrijkste feest in de kerk. De opstanding van Jezus betekende het vertrekpunt van de verkondiging. Tot op heden vormt het lege graf de bestaansgrond van de kerk. Zonder zou het christendom als een kaartenhuis in elkaar storten. Jezus leeft en nog altijd zijn er mensen die bij hoog en laag beweren dat zij 2000 jaar na dato een ontmoeting met Hem hebben gehad. Hoe bijzonder is dat!

Lezen: Johannes20 : 1 – 18

‘Ik heb de Heer gezien!’
Johannes 1 : 18

 

Trompetten
‘Ik weet een prachtig begin voor Paaszondag,’ vertelde een gemeentelid van de Hervormde Gemeente Woudrichem. ‘In alle vroegte moet een aantal trompettisten de kerktoren van onze Martinuskerk beklimmen.’ Hij zag het al voor zich. ‘Vanaf die hoge plek – 34 m – laten de muzikanten het paaslied ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, die galmt door gans Jeruzalem’ over ontwakend Woudrichem schallen.’ Helemaal coronaproof.

Trompetmuziek. Inderdaad een magnifiek begin van deze dag, waarop we de opstanding van Jezus Christus vieren. 4 april 2021. Vandaag houden we ons eens met wat anders bezig, dan ons ongeduld en onze frustraties vanwege corona. Zeker, corona is een dingetje, maar Pasen is in de kerk het ding. We houden ons op deze eerste dag van de week bezig met het onvoorstelbare waarmee het evangelie valt of staat. De opstanding. Het gaat vandaag over de basis voor vergeving, nieuw leven en leven na de dood. Als het graf niet leeg is dan stort het hele christelijk geloof als een kaartenhuis in elkaar. Ja, dan is het christendom gebaseerd op een verzinsel, om niet te zeggen op een vette leugen. Dan gebeuren er geen wonderen. Waarom zou God, de Vader van Jezus Christus, dan überhaupt nog wel bestaan? Ik zou het niet weten.

Maar het graf van Jezus blijkt leeg, vertellen de getuigen, de Maria’s, Petrus en Johannes. Zoiets verzin je toch niet! Er is plots hoop voorbij de dood, er is een ontsnappingsroute uit de uitzichtloosheid. Het graf is leeg en het lichaam dan? Geroofd? ‘Ik heb de Heer gezien, vertelt Maria uit Magdala aan de discipelen.
Jezus is opgestaan. De levende Heer verscheen aan haar, aan de discipelen, aan Paulus op weg naar Damascus en 500 broeders en zusters tegelijkertijd, schrijft Paulus in zijn brief aan de kerk in Korinthe. Zoiets zuig je toch niet uit je duim. En nou kom ik waar ik wezen wil. Dit is heel bijzonder. Er zijn vandaag de
dag nog plenty mensen zoals u, jij en ik, die bij hoog en laag beweren, dat ze 2000 jaar na de ontdekking van het beroemdste graf ter wereld en de eerste wonderlijke verschijningen, Jezus Christus in levende lijve hebben ontmoet.

‘Ik ga het niet afzwakken, ik heb Jezus écht ontmoet, ’ houdt orlogsverslaggever Arnold Karskens vol, vorig jaar in de krant Trouw. Het is haast niet te geloven. Wat moet je met zo’n verhaal? ‘Op het slagveld raken hemel, hel en aarde elkaar,’ verklaarde hij deze bijzondere ervaring.

Jezus leeft onder ons, vandaag! En hij verschijnt nog altijd bij voorkeur aan mensen, op plekken waar het donker is, aardedonder, zoals op een slagveld. En zoals in de hof van Jozef van Arimathea, die bewuste zondag.

Donker
Tergend langzaam werd het in die tuin lichter. Daarom was het bar ingewikkeld om met zekerheid te zeggen, wat er nou precies was gebeurd op die historische zondag. In de loop van tweeduizend jaar christendom hebben we het paasverhaal gestandaardiseerd, op formule gebracht, verklaringen bedacht, en oneffenheden gladgestreken. Een kind moest het kunnen begrijpen. Vandaar. Pasen werd gesneden koek. Wat we uit het evangelie opdiepen is totaal is niet zo helder als glas. Het gaat over discipelen, die rondtastend in het halve donker hun weg moeten zoeken op de derde dag na de kruisiging. ‘Die vreemdeling die bij het graf van Jezus rondhangt, is dat nou de hovenier of iemand anders? Hij komt je ergens bekend voor, hè Maria?

Pasen begint in Jeruzalem niet met vrolijke en triomfantelijke trompetmuziek. Het was die morgen donker en stil, vertelt de evangelist. Duister in de letterlijke en figuurlijk betekenis van het woord. Pasen begint niet met een zeker en krachtig ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’ maar er is vrees, verwarring, pijn en verlies aan zekerheid, zoals op die vele andere donkere plekken op onze aarde. Maria houdt maar niet op met huilen. Vier keer wordt het vermeld. Waar mensen er doorheen zitten daar kan het gebeuren. Hij verschijnt.

De realiteit
Pasen begint in het evangelie daar waar het moeilijk, het aller moeilijkste geloven is. Waar dat is? Dat weet u wel. Op de begraafplaats natuurlijk. De Evangelische Broedergemeente te Zeist zoekt met Pasen bewust die donkere plek op, las ik. Evangelische Broedergemeente. Vroeger luisterden ze naar de naam Herrnhutters. De groep was klein in Nederland, groot in Suriname. De leden gaan op paasmorgen naar de locatie waar Maria uit Magdala ook naar toe ging. Op die plek pleegt of placht deze geloofsgemeenschap, zich tussen de grafzerken op te stellen om paasliederen tegen de grafmonumenten op te laten botsen. De boekjes gaan open en de gemeente van de opgestane Heer zingt: ‘Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan; wie in’t geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood en helle niet.’ Moedig! Ontzettend moedig!

Petrus en ‘de andere discipel’ die het paasevangelie van Johannes noemt, vertrekken, na een rondje op de begraafplaats. Ze hebben het gezien. Ze houden het voor gezien. Maar Maria van Magdala blijft. Zij blijft verbijsterd, verdrietig en leeg op haar post in de realiteit, in het werkelijke leven, op een plek, waar geen makkelijke antwoorden te geven zijn. In het donker. En daar verschijnt de levende Heer aan haar! Hij noemt haar naam. ‘Maria!’ Ze weet zich aangesproken. Jezus voor altijd vasthouden lukt haar niet. Het is Hem zien soms maar even.

Verschijningen nu.
Pasen vieren we eventueel met trompettisten op een kerktoren. Of in de kerk. Ook goed. Pasen vieren we in principe iedere zondag in een kerkdienst, maar één keer per jaar uitgesproken en uitbundig. Vandaag. Volgend jaar hopelijk weer in een bomvolle kerk. We slaan zeker in coronatijd niet over, juist niet. We luiden de klokken. De nieuwe paaskaars brandt. Paasliederen. Een liturgisch bloemstuk. De verkondiging: De Heer is waarlijk opgestaan! Wat een feest!

We vieren Pasen vandaag, maar Pasen gebeurt ik vermoed dagelijks. Het kan overal. Vooral daar verschijnt de levende Heer, waar een harde realiteit zich pijnlijk toespitst, zoals op een slagveld, vertelde de oorlogsverslaggeven Arnold Karskens. Waar het donker is. Je kan er met je verstand niet bij! We kunnen het ook niet even regelen.

Ik las bij de voorbereiding van deze dienst over een priester die als kind van zeven midden in de nacht de Mexicaanse grens overstak en tijdens die angstaanjagende, lange tocht de troostende stem van God hoorde. Bijzonder. Vreemd. Ergens een mysterie.

Ik las over een transgender die in een straatarm gezin opgroeide en zijn eerste communie ontving toen zijn oma hem uitnodigde de deur van haar koelkast open te trekken en hij zoveel daaruit mocht eten als hij maar wilde. Bijzonder. Vreemd. Ergens een mysterie.

Ik las het verhaal van een Afro-Amerikaanse vrouw die met haar schrijnende klacht na het overlijden van haar pasgeboren dochtertje zich een weg naar God wist te banen. Bijzonder. Vreemd. Ergens een mysterie.

Ik las het verhaal over een middelbare scholier, 17 jaar, die tijdens de gymles in elkaar zakte en in het ziekenhuis overleed. Plotseling begon zijn hart weer te kloppen. Hij vertelde direct nadat hij was ontwaakt dat hij Jezus had ontmoet terwijl hij buiten bewustzijn was. Hetzelfde laken een pak. Bijzonder. Vreemd. Ergens een mysterie. Maar ook allemaal geweldig! Over een dood punt heen worden getild!

Paasgroet
Ik ga afronden met wensen voor Pasen. Dat Jezus Christus, die verrees in de duisternis van een grafspelonk lang geleden, ons vandaag en morgen mag voorgaan naar een nieuw begin, naar nieuwe inzichten en nieuwe hoop. Juist in deze niet altijd makkelijke coronatijd. Dat wij Hem helend mogen tegenkomen, in welke gedaante dan ook, in het half donker, in de schaduw op momenten dat we het taai hebben of als we het helemaal kwijt zijn.

Dat we net als Maria uit Magdala de moed hebben om op onze post te blijven, daar waar er geen makkelijke antwoorden te geven zijn, te wachten totdat Hij onze naam noemt en hij ons zendt om het goede nieuws in woorden en daden te delen in een wereld waar het soms tergend langzaam lichter wordt.

Gezegend Pasen! Het graf is leeg. Jezus leeft. Onvoorstelbaar. Hij leeft en duizenden met Hem.

Geef een reactie