Als de leerling Simon Petrus op Goede Vrijdag in de tang genomen wordt, verloochent hij zijn meester. ‘Ben jij ook een volgeling van Jezus?’ Niet één keer, maar drie keer antwoordt hij: ‘Nee!’’ Herkenbaar. Wie gaat er nooit eens de fout in? Niemand is onfeilbaar. Er moet wel iets rechtgezet worden.

 De opgestane Heer, die aan Simon Petrus verschijnt, stelt hem in wezen dezelfde vraag als toen het mis ging en hetzelfde aantal keren. ‘Ben jij mijn volgeling?’ In de bewoordingen van Johannes: ‘Heb jij mij lief?’ Nu antwoordt Petrus positief. Boeiend om na te denken over wat ‘Jezus liefhebben betekent’. We weten wat liefde voor een partner inhoudt, voor je kinderen. Maar houden van Jezus. Hoe voelt dat dan?

 Na het herstel van de verbroken relatie tussen Jezus en Petrus krijgt de voormalige verloochenaar een sleutelpositie in de leiding van de kerk. ‘Weid mijn lammeren, hoed mijn schapen,’ geeft Jezus hem tot drie keer toe de opdracht. Zoveel vertrouwen heeft God in ons feilbare mensen. Met andere woorden: ‘Ik hou ook van jou, Petrus! Ik weet wie je bent, maar ik geloof in je. Jij bent precies de man, de vrouw, die ik nodig heb, die de kerk nodigt heeft, die God voor de wereld nodig heeft….’

Lezen Johannes 21 : 15 – 19

 

‘Volg mij!’ (Johannes21 : 19)

 

Setting
Zeven discipelen gebruiken de maaltijd van de Heer, vertelt het evangelie van Johannes. Na de maaltijd moet er niet alleen opgeruimd, maar er moet ook iets uit de weg geruimd worden. Er staat iets in tussen Simon Petrus en Jezus, de opgestane heer. Er ontspint zich een merkwaardig vraag- en antwoord spel tussen leerling en rabbi, dat je alleen maar begrijpt. als je de voorgeschiedenis kent. En die kennen we. Drie keer had Simon Petrus Jezus verloochend. Na de derde keer kraaide de haan. Je hoort wel eens dat de haan drie keer kraaide. Vergis je niet als je meedoet aan een Bijbelquiz. Eén keer kraaide de haan. Maar Petrus ging bij herhaling de fout in. Drie keer suggereert een bewuste keuze en een patroon.

We kunnen erin komen.  ‘Jezus volgen is nooit gemakkelijk. Vaak zijn er tranen en pijn,’ schreef de baptist David Watson in zijn boek Begeleiding op de weg naar discipelschap. Tranen en pijn daar zijn we niet van. Je kunt het erom laten zitten.

Confrontatie
Die drie keren van de verloochening komen terug. Drie keer vraagt Jezus: ‘Simon, zoon van Johannes hou je van mij?’ Jezus sprak hem vroeger aan met Petrus. Petrus van petra. Rots. ‘De rots’ is even buiten beeld. ‘Simon, zoon van Johannes dus, hou je van mij?’ Het is allemaal heel pijnlijk. In de kring van je vrienden geconfronteerd worden met je falen voelt heel ongemakkelijk. Lastig, heel lastig om dan ruiterlijk toe te geven en excuses te vragen. Je draait erom heen, bedenkt een uitvlucht, voert verzachtende omstandigheden aan. En Jezus maar doorvragen. ‘Simon, zoon van Johannes, hou je van mij?’ De tranen schieten hem in de ogen. In de tang genomen op Goede Vrijdag had hij op dezelfde vraag in andere bewoordingen ‘nee’ gezegd. Nu gaat hij ‘ja’ zeggen. Zijn ontkenning is desondanks in de lucht blijven hangen. U weet hoe dat helaas gaat. Het negatieve heeft grotere overlevingskansen in ons geheugen, dan het positieve. Eens een verloochenaar, altijd verloochenaar. Het wordt tijd voor de rehabilitatie van Simon Petrus moet de evangelist hebben gedacht en hij voegde een laatste hoofdstuk aan het evangelie toe. Er moet iets rechtgezet worden.

Antwoord
Simon, de zoon van Johannes, antwoordt tot drie keer toe met een liefdesverklaring. ‘Ja, Heer, U weet dat ik van U houd.’ Over het hoofd van Petrus heen legt de evangelist de vraag ook bij ons neer. Wat is daarop uw antwoord? Hou jij van Jezus? Een paar mogelijkheden. ‘Voor mij is het met de kennis van de wetenschap die in nu heb onvoorstelbaar dat er ergens een God bestaat,’ zei een man bij wie ik op bezoek was. Kan niet! Maar ik geloof wel in Jezus Christus,’ zei hij. ‘De manier waarop hij voorleefde hoe het tussen ons mensen moet…..’ Dogmatische kaders worden afgeschud, maar je hebt wat met Jezus. Dat kan.

Er zijn nog altijd mensen, die weinig over hem weten en denken dat Jezus de nieuwste aanwinst van Ajax is, las ik ergens. Onbekend maakt onbemind. Dat kan ook. Overigens, hier ligt een schone taak voor ons.

Sommigen vinden Jezus een verschrikkelijke man, die afstoot door zijn veeleisendheid. Zeker dat kan. Hier moeten we wel wat mee!

Je kunt ook aan een lied uit de bundel Opwekking erg mooi vinden. Lied 392.  Het refrein gaat als volgt: ‘Jezus, ik hou van U, ‘k heb U lief Heer, boven alle dingen. Al wat in mij is verlangt te zingen: Jezus, ik hou van U.’ Een Canadese methodist uit de negentiende eeuw, William Featherstone, was zich op zijn zestiende al diep bewust van de vergeving van zijn zonden door de kruisdood van Jezus. Zo gaat het verhaal over de achtergrond van dit opwekkingslied. Hij schreef dit lied over de vreugde die hij ervoer vanuit het besef vrijgekocht te zijn door het bloed van Jezus. Ik citeer een couplet: Mijn Jezus, ik hou van U, ik noem U mijn vriend. Want U nam de straf op U, die ik had verdiend. De grote Verlosser, mijn Redder bent U; ‘k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.’

Niet iedereen zal zich kunnen vinden in de inhoud en sfeer van dit oude lied. Die zijn op zoek naar een andere afstemming van hun emoties op Jezus. Ik houd van mijn vrouw, van mijn man. We ervaren genegenheid van elkaar. Er is intimiteit. Die gevoelens snap ik. Maar die voor Jezus? Ik houd van mijn kinderen, kleinkinderen, zeker. En zij houden van mij. We steunen elkaar door dik en dun. We zijn blij met elkaar. We hebben samen plezier en maken tijd voor elkaar. Maar wat betekent houden van iemand die 2000 jaar geleden leefde, stierf en leefde? Ik probeer mijn medemens lief te hebben. Ja, ik heb ook hart voor de kerk. Ik houd ook van de hond. Een lief beest. Maar hoe voelt het om Jezus lief te hebben? Lastig.

Liefde I
Jezus geeft antwoord in zijn vraag. Wat mij liefhebben inhoudt? Hij vraagt: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van mij?’ Voor houden van, liefhebben, staat er een woord dat je van de evangelist van de liefde niet anders verwacht zou hebben: agapè. Wat dat inhoudt? Ik houd tegenwoordig van vis. Wat dacht u van kibbeling gekocht bij een goede viszaak? Smullen! Zalm in het velletje gebakken. Garnalen met knoflook bijna net zo lekker. Ik mag wel zeggen dat ik best dol geworden ben op vis. Dat is agapè? Nou, nee. Houd ik wel echt van vis? Nee, eigenlijk niet. Ik houd van dooie vissen, zodat ik kan genieten. Ik houd niet van vis. Ik houd van mijzelf. En een vis of een mens dienen om mijn behoeften te bevredigen. Draai dit ik en je hebt agapè of te wel belangeloze liefde. Ik wil er zijn voor de ander. Hem of haar wil ik dienen.

Houden van Jezus -hij zegt het zelf- houdt in zijn gebod van de liefde in praktijk brengen. ‘Dit is mijn gebod, dat je elkaar liefhebt,’ onderwees hij zijn discipelen. Jezus zelf voegde de daad bij het woord. ‘Er is geen grotere liefde, dan je leven te geven voor je vrienden.’ Hij gaf zijn leven. Houden van Jezus is een keuze om het geloof in praktijk te brengen. Een volgelinge van Jezus is een leerling niet in een academische setting, maar in een werkplaats. We verwerven geen informatie over God, maar leren geloofsvaardigheden. Mooi citaat van Eugene Peterson, Amerikaans theoloog, predikant en schrijver. Overleden in 2018.

Liefde II

Houden van Jezus. Hoe gaat dat? Petrus weet wat houden van Jezus inhoudt. Het antwoord zit in wat hij antwoordt. ‘Ja, Heer, U weet dat ik van je houdt.’  De evangelist gebruikt voor Petrus een ander Grieks woord dan agapè voor zijn liefde. Het synoniem ‘fileoo’. Het komt in het Nederlands voor in bibliofiel, heterofiel, filosofie. Petrus’ antwoord is geladen met gevoel, passie, sympathie, vriendschap. De persoonlijke band wordt zichtbaar. Jezus volgen betekent meer dan gelovig zijn of kerks. Het betekent een band met deze influencer hebben. Ja, ik wil U volgen is een proces, waarin we groeien in onze relatie met Jezus. We leren hem beter kennen en we gaan meer op hem lijken. Het fundamentele verschil met andere leraren was, dat Jezus mensen riep om zich aan hem te wijden, in plaats van een leer. Liefde voor Jezus heeft niets met sentimentele gevoelens te maken, maar gaat ook niet buiten onze emoties om. Liefde voor Jezus, is hem volgen, heeft te maken acceptatie van zijn persoon en onderwijs, het heeft te maken met sympathie voor zijn woorden en werken, het is hem welgezind zijn en brengt toewijding met zich mee. Hoe staan wij erin?

De kerk
Na het herstel van de verziekte relatie tussen Jezus en Petrus, na de relatietherapie, krijgt de voormalige verloochenaar een sleutelpositie in de organisatie en leiding van de kerk. ‘Weid mijn lammeren, hoed mijn schapen,’ geeft Jezus hem tot drie keer toe de opdracht. ‘Petrus ben jij. En op deze rots zal ik mijn kerk bouwen,’ zegt Jezus. Zoveel vertrouwen heeft God in ons feilbare mensen. Met andere woorden: ‘Ik hou ook van jou, Petrus! Ik weet wie je bent, maar ik geloof in je. Jij bent precies de man, de vrouw, die ik nodig heb, die God voor de wereld nodig heeft en die de kerk nodig heeft’.’

Nu we het toch over de kerk hebben. Jezus besteedde zijn tijd niet aan het bouwen van kerken. Hij besteedde zijn tijd aan de roeping en training van zijn leerlingen. Op hun beurt stichtten, organiseerden en leidden Petrus en anderen discipelen geloofsgemeenschappen om weerstand te bieden aan de druk, die de wereld op hen uitoefende. ‘Tegen je wil zullen ze je handen grijpen, je je gordel omdoen en je brengen waarheen je niet wilt,’ staat er geschreven over het lot van Petrus. De eerste christenen hadden elkaar nodig voor bemoediging en ondersteuning. Door de onderlinge verbondenheid was men ook  in staat de ambities  waar te maken: dat is de liefde en het leven waar Jezus voor stond te delen met de wereld.

Een van onze mogelijke valkuilen als christen in deze tijd is dat we geloof en het in praktijk brengen daarvan als iets individualistisch vinden. Je kunt in ieder geval twee dingen niet alleen doen: trouwen en christen zijn. ‘Volg mij,’ zegt Jezus tegen Simon Petrus en over zijn hoofd tegen ons. Zonder medereizigers zou het volgen van Jezus best wel eens zwaar kunnen worden en lang niet zo’n avontuur.

 

Geef een reactie